Vanaf vrijdag 29 augustus kunnen voorbijgangers dagelijks in gesprek gaan met Rembrandt van Rijn. Dankzij een AI-installatie, gebouwd in een verbouwde ANWB-praatpaal, wordt de meester uit de Gouden Eeuw opnieuw tot leven gewekt in het hart van Heerlen. Zo komen AI en kunst samen voor het brede publiek.

Met één druk op de knop kunnen bezoekers Rembrandt vragen stellen over zijn werk, zijn leven en zijn visie op de wereld van vandaag. Vragen als ‘Wat vind je van moderne kunst?’, ‘Was je een rijk man?’ of ‘Wat is je favoriete schilderij?’ kunnen direct aan Rembrandt worden gesteld, waarna hij daadwerkelijk met je in gesprek gaat. Gesprekken zijn mogelijk in meerdere talen, waaronder Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Deens. De stem van Rembrandt is geïnspireerd op basis van een eerdere wetenschappelijke interpretatie van zijn stem.

Het initiatief is ontwikkeld door The Next Wilson, in samenwerking met studenten van Zuyd Hogeschool, die onder begeleiding het eerste prototype ontwikkelden tijdens hun minor AI. Het project wordt ondersteund door de Gemeente Heerlen en de Brightlands Smart Services Campus (AI-hub Brightlands Heerlen). De AI-installatie is een tijdelijke invulling voor de leegstaande panden in de binnenstad, die in de toekomst plaatsmaken voor onder andere onderwijsvoorzieningen.

De officiële opening vindt plaats op vrijdag 29 augustus om exact 16:45 uur op de Promenade in Heerlen, tijdens het festival Cultura Nova. De installatie wordt feestelijk geopend door wethouder Centrumontwikkeling, Cultuur en Erfgoed Jordy Clemens.

Online verkopen maken circa 20 procent van de totale retail omzet uit, waar dit in 2019 nog 12 procent was. Dit gaat ten koste van zowel de fysieke food als non-food verkopen. Naar verwachting vindt er de komende jaren een verdere verschuiving plaats van fysiek naar het online verkoopkanaal. Niet alleen omdat consumenten het gemak van online winkelen blijven waarderen, maar ook vanwege het uitgebreidere assortiment dat online biedt, zegt ING Research.

Voor de Nederlandse detailhandel verwacht ING Research voor dit jaar een omzetgroei van 4 procent, waarbij alle segmenten bijdragen aan deze stijging. Hoewel de koopkracht verbetert, blijven consumenten voorzichtig met hun uitgaven in de winkelstraat. Dit komt onder meer door de aanhoudende economische onzekerheid, de geopolitieke spanningen en een nog altijd relatief hoge inflatie.

De consument blijft dan ook prijsbewust winkelen. Uit ING transactiedata blijkt dat discounters goede zaken doen, zowel in het food als in het non-food segment. Ook online verkopen winnen nog altijd marktaandeel ten koste van de fysieke winkels. Om concurrerend te blijven ontkomt de detailhandel er de komende jaren dan ook niet aan om te investeren in technologie en een klantgerichte service. Dit staat in het nieuwe vooruitzicht retail van ING Research.

Hoewel de inflatie nog altijd relatief hoog is, zijn de grootste prijsstijgingen in de detailhandel inmiddels achter de rug. In de eerste zeven maanden van 2025 werden goederen gemiddeld 2,5 procent duurder dan in dezelfde periode een jaar eerder. Dit betrof vooral voedingsmiddelen (+3,6%) en persoonlijke verzorgingsproducten, zoals shampoo en parfum (+3%).

Daarentegen werden schoenen (-0,7%) en elektronica (-0,8%) juist een fractie goedkoper dan een jaar eerder. “Mogelijk daalt de prijs van consumentenelektronica de komende tijd verder”, aldus Katinka Jongkind, sectoreconoom retail bij ING Research. “Door de handelstarieven van de VS exporteert China mogelijk meer en tegen lagere prijzen naar Europa, waardoor de prijzen van bijvoorbeeld televisies, wasmachines en koffiezetapparaten dalen.”

In deze dynamische retailmarkt zijn er nog genoeg retailers die laten zien dat succes mogelijk blijft. Dit doen ze door zich tijdig en slim aan te passen aan een veranderende markt. Terwijl winkeliers die blijven doen wat ze vandaag de dag doen over enkele jaren geen bestaansrecht meer hebben. Zeker nu klanten van retailers steeds meer waarde hechten aan een naadloze integratie van online en offline kanalen, waarbij fysieke winkels uitgroeien tot plekken van sfeer, beleving en merkervaring. Retailers die toekomstbestendig willen blijven zetten daarom vol in op innovatie door te investeren in technologie en een klantgerichte service.

Foto Andrea Piacquadio (cc)

Het advocatenkantoor Van Diepen Van der Kroef Advocaten heeft afgelopen een website gelanceerd voor slachtoffers van het datalek bij Clinical Diagnostics. Het kantoor vermoedt nalatigheid van het laboratorium.

Het kantoor constateert dat tal van kernvragen door Clinical Diagnostics tot op heden onbeantwoord zijn gebleven: was de digitale beveiliging op orde, was het nodig om zóveel gegevens te verzamelen en waarom liet de melding aan de betrokkenen zo lang op zich wachten? De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) hebben vanwege dezelfde vragen inmiddels onderzoeken aangekondigd.

Sinds afgelopen vrijdag kunnen slachtoffers zich aanmelden via de website www.datalekbevolkingsonderzoek.nl. Inmiddels hebben zich al meer dan 650 vrouwen via het platform verenigd.

De website beoogt eerst en vooral om het animo te inventariseren voor een massaclaim. In de tussentijd doet het kantoor verder onderzoek naar de juridische haalbaarheid van eengroepsvordering. Het zal gaan om het vorderen van smartengeld, maar Clinical Diagnostics riskeert evenzogoed tientallen miljoenen te moeten betalen.

De Duitse overheid heeft een nieuwe tool gelanceerd waarmee gebruikers kunnen nagaan welke beveiligingsstandaarden e-mailproviders toepassen. De tool is ontwikkeld door het Bundesamt für Sicherheit in der Informationstechnik (BSI), onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

De tool toont of e-mailproviders gebruikmaken van beveiligingsprotocollen zoals SPF, DKIM, DMARC, DNSSEC, DANE, én of zij transportvernieuwingen via TLS 1.2 en 1.3 ondersteunen. Deze standaarden helpen kwaadaardige e-mails, spoofing en man-in-the-middle-aanvallen te voorkomen.

Daarnaast heeft het BSI de Email Security Hall of Fame geopend, met circa 150 organisaties—waaronder techbedrijven, hostingpartijen en overheidsinstanties—die deze standaarden actief implementeren.

Met deze stap wil het BSI het publiek bewustmaken van het belang van e-mailbeveiliging. Een e-mailaccount is immers niet enkel het digitale communicatiecentrum—het is vaak ook de toegangspoort tot persoonlijke identiteit en gevoelige gegevens.