Emerce
Belgische online versmarkt Lokkal gestopt
De Belgische online supermarkt Lokkal heeft zijn activiteiten beëindigd. De digitale versmarkt ging in november 2020 succesvol van start. Jonge ondernemers Gert Aerts, Bernd Van Roosendael, Kim Herman en Geoffrey Vanherck wilden ambachtelijke en verse voeding van uitsluitend lokale producenten online aan de man te brengen.
Lokkal verkocht zo onder meer producten van Roger Van Damme, Dierendonck en Balls ’n Glory en bood daarnaast ook kant-en-klaremaaltijden en foodboxen aan.
Het bedrijf bediende consumenten in Antwerpen en enkele gemeenten in Vlaams-Brabant. De ondernemers wilden begin dit jaar heel Vlaanderen bedienen.
Tijdens de corona-crisis kreeg e-commerce een stevige duw in de rug, maar daarna kwam er een terugval. Door het verdwijnen van Lokkal zijn er momenteel nog twee Belgische digitale supermarkten: Rayon en Kazidomi.
Nathalie Peters en Marc Gooijer starten nieuw label
Drie jaar na het lanceren van in-housingbedrijf MORGENFRISK maken Nathalie Peters en Marc Gooijer vandaag bekend een tweede bedrijf te starten. Met digitaal marketingbureau FRISK Agency gaan de ondernemers zich specifiek richten op de mkb-sector.
De uitbreiding is een reactie op de toenemende vraag van bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf naar begeleiding bij hun digitale transformatie.
Het duo houdt zijn aandacht op MORGENFRISK, dat uit een team van dertien man bestaat. De dagelijkse leiding van het nieuwe label FRISK komt in handen van Michiel van der Ven.
‘Opmars immersieve technologie maakt publiek debat urgent’
Het wordt steeds urgenter om als samenleving na te denken over nieuwe technologie, waarmee je wordt ondergedompeld in een digitale wereld. Dat concludeert het Rathenau Instituut in de nieuwe podcast ‘Ondergedompeld in een nieuwe werkelijkheid’.
Grote techbedrijven investeren miljarden in zogeheten immersieve technologie. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om virtual reality (VR), waarbij je via een VR-bril in een digitale wereld stapt. Of augmented reality (AR), waarbij je via een bril of je telefoon een digitale laag legt over de fysieke werkelijkheid.
Voor de podcast bezochten onderzoekers Stefan Roolvink en Wouter Nieuwenhuizen locaties waar nu al gewerkt wordt met deze technologie. Ze nemen de luisteraar mee naar scholen, musea en een kliniek voor geestelijke gezondheidszorg. Ook praten ze met filosofen, kunstenaars en psychologen over de kansen en risico’s van deze technologie.
Uit de podcastgesprekken blijkt dat immersieve technologie veel nieuwe mogelijkheden biedt, bijvoorbeeld bij het lesgeven of behandelen van angstklachten. Maar bepaalde ethische vragen komen bij vrijwel alle toepassingen terug. Wie heeft controle over de data? Wat doet de technologie met je gevoel van menselijkheid, en je omgang met anderen? En hoe zit het met rechtvaardigheid: levert immersieve technologie voor iedereen dezelfde kansen op?
Het is belangrijk om nú te bedenken hoe we publieke waarden, zoals privacy en autonomie, willen waarborgen bij immersieve technologie, zegt Nieuwenhuizen. ‘We moeten voorkomen dat de macht komt te liggen bij een beperkt aantal grote bedrijven of overheden.’
Aflevering 1 en aflevering 2 zijn vanaf vandaag te beluisteren op Rathenau.nl en in verschillende podcastapps. De komende weken worden de volgende vier afleveringen gepubliceerd.
Wellicht cryptowallet in browser Edge
Microsoft wil zijn Edge browser naar verluidt uitbreiden met een bewaarportemonnee voor crypto’s en NFT’s. Microsoft belooft een moeiteloze en veiligere ervaring zonder extensies van derden voor de interactie met Web3.
De portemonnee in Microsoft Edge toont het huidige saldo en activa, de geschiedenis van transacties, verbonden apps, een volglijst en een speciaal tabblad voor het verkennen van de wereld van Web3, crypto en NFT.
Er zijn ook integraties met Coinbase en MoonPay die gebruikers in staat te stellen munten te kopen en betalingen naar andere mensen te sturen.
Microsoft heeft de portemonnee nog niet aangekondigd en test het op vertrouwelijke basis. Het is zelfs niet zeker of het ooit in Edge zal worden geïntegreerd.
Nederlandse cybercriminelen aangehouden in Roemenië
De politie heeft in samenwerking met de Roemeense politie drie verdachten aangehouden op verdenking van digitale fraude. Bijna duizend slachtoffers werden de dupe van de activiteiten van het viertal. Het schadebedrag bedraagt meer dan een miljoen euro.
Op dinsdag 28 februari en vrijdag 3 maart zijn twee verdachten aangehouden in Roemenië. Een derde verdachte is aangehouden in Enschede. Het gaat om twee mannen van 33 en 26 jaar uit Enschede en een 27-jarige man zonder vaste woon of verblijfplaats. Een vierde verdachte wordt in Roemenië verhoord.
Team Digitale Criminaliteit van de Eenheid Midden-Nederland wist een verdacht telefoonnummer uit een aangifte na onderzoek te koppelen aan heel veel digitale fraudezaken.
Bij de meeste slachtoffers ging het om phishing op online handelsplaatsen. Onderzoeksleider Jouke Posthumus hoorde schrijnende verhalen van slachtoffers. Vaak ging het om mensen die al in een moeilijke situatie verkeerden waarvan op nare manier misbruik is gemaakt.
Bedrijf achter Pornhub in Canadese handen
MindGeek, moederbedrijf van Pornbub, YouPorn, RedTube en Brazzers, is in handen gekomen van het Canadese kapitaalbedrijf Ethical Capital Partners. Het bedrijf hoopt op betere tijden nadat het in 2020 onder vuur kwam te liggen doordat allerlei video’s met verkrachting en minderjarigen op de platforms werden aangetroffen.
Als gevolg hiervan besloten Visa en Mastercard om geen betalingen meer voot MindGeek te accepteren. Pornhub schakelde noodgedwongen over op Monero en cryptomunten.
Mastercard heeft MindGeek weer toegang gegeven tot het betaalsysteem, maar alleen voor abonnementen op de pornosites en niet voor betalingen voor advertenties. Visa heeft het verbod nog niet opgeheven.
Pornhub staat op een elfde plaats in de ranglijst van populairste websites ter wereld.
Tegenslagen houden ontwikkeling zonne-auto niet tegen
Terwijl het Helmondse Lightyear hoopt op een doorstart, de failliete bouwer van zonneauto’s heeft nog geen overeenstemming bereikt met de financiers, worden elders volop nieuwe zonneauto’s ontwikkeld.
Solar Team Eindhoven, een studententeam van de TU Eindhoven, wil nog dit jaar een off-road auto op zonne-energie bouwen. Het is de eerste keer dat de studenten een robuuste auto bouwen die ook buiten de verharde wegen uit de voeten kan. De Stella Terra is zover bekend de eerste off-road auto die rijdt op energie van de zon. De auto zal naar verwachting in september de weg op gaan.
De zonne-energie wordt, net als bij Lightyear, opgewekt via zonnepanelen op het dak. Via deze panelen wordt voldoende energie opgewekt om niet alleen te kunnen rijden, maar ook om van te kunnen leven. Zo is het mogelijk om de elektriciteit te gebruiken om te koken en apparaten zoals een telefoon of camera op te laden.
Solar Team Eindhoven heeft een rijk verleden. Het studententeam bouwt tweejaarlijks een auto die volledig op de zon wordt aangedreven. Het team werd in het verleden vier keer op rij wereldkampioen tijdens de beroemde World Solar Challenge in Australië, in de klasse voor gezinsauto’s (Cruiserklasse). In 2021 haalde het team het wereldnieuws door een camper op zonne-energie te bouwen en daarmee naar het zuidelijkste puntje van Europa te reizen. Ook dit jaar kiest het team er dus voor om niet deel te nemen aan de World Solar Challenge in Australië, maar een eigen zonne-auto te ontwikkelen.
Solar Team Twente presenteerde vorige week haar nieuwe zonneauto waarmee het team in oktober dit jaar deelneemt aan de Bridgestone World Solar Challenge.
Op het eerste gezicht lijkt RED X op zijn voorganger RED Horizon. Wat direct opvalt is dat de vorm, de ‘monohull’ of ‘bulletvorm’, nagenoeg gelijk is. Toch heeft het team een aantal wijzigingen doorgevoerd. De exacte wijzigingen wil het team nog niet toelichten.
De elektromotor levert in elk geval de roterende kracht die de auto op de juiste snelheid vooruit beweegt. Ook dit jaar worden alle systemen weer opnieuw doorontwikkeld om strategische voordelen te behalen tijdens de Bridgestone World Solar Challenge.
De RED is en blijft een onderzoeksproject. Ontwerpen voor commercieel gebruik liggen niet in het verschiet.
Salesforce lanceert Web3 NFT-oplossing
Salesforce gaat bedrijven helpen NFT’s (Non-Fungible Tokens) op een duurzame en vertrouwde manier te ontwikkelen, beheren en in te zetten. Met Salesforce Web3 kunnen merken omnichannel klantervaringen creëren met wat het bedrijf noemt ‘de nieuwste generatie internet’ (Web3).
Drie van de vier consumenten die in het verleden een NFT hebben gekocht, geven aan dat de aankoop van een NFT van een merk hen loyaler maakt. Speelgoedmerk Mattel, kledingmerk Scotch & Soda en whisky-merk Crown Royal hebben in een pilotprogramma, geïntegreerd met hun CRM-omgeving, al succesvol NFT-collecties gecreëerd en geïmplementeerd.
Salesforce Web3 ondersteunde al meer dan 275.000 NFT transacties. Scotch & Soda werkte bijvoorbeeld samen met Salesforce om zijn nieuwe NFT-loyaliteitsprogramma Club Soda 3.0 te lanceren. Alle NFT’s werden verzilverd op de eerste dag.
Producthero neemt klanten Engelse concurrent over
Producthero, een Nederlandse specialist in reclame maken op Google Shopping, neemt de klanten van zijn Engelse concurrent aisle 3 over.
Het bedrijf van Wouter Veenboer verstevigt hiermee zijn positie op de Engelse markt. Naar eigen zeggen is de onderneming al de grootste Google CSS-partner van Europa. Veenboers bedrijf is zelfstandig.
De gelegenheid om het klantportfolio over te nemen diende zich toevallig aan. Aisle 3 wil zich louter kunnen richten op het doorontwikkelen van zijn AI-engine. De start-up haalde in vier kleine rondes ongeveer een miljoen euro bij verscheidene investeerders op.
ProductHero voert geen actieve buy & build-strategie, maar handelt opportuun als de gelegenheid tot overname zich aandient.
CSS is een afkorting voor Comparison Shopping Service. Veenboers bedrijf heeft zich bekwaamd in hoe dit in de Google-wereld werkt. Adverteerders, webwinkels en merken in het bijzonder, gebruiken Google Shopping-reclame om klanten met een koopintentie naar hun winkel te lokken. Producthero weet hoe zij hun producten het best vindbaar kunnen maken tegen een betaalbaar reclametarief.
Foto: Garry Knight (cc)
[Emerce TV] ‘Flop’ bij Dragons Den wordt hit bij N Brands
‘We zijn koploper met loyalty op de fashionmarkt’, vertelt Rowena van Staveren van N Brands. Klanten sparen praktisch automatisch punten, ongeacht of ze online en offline shoppen. Een nieuwe techniek helpt daarbij.
Van Staveren is een van de sprekers op Emerce TV’s nieuwe videocollectie ‘The Future of Payment‘. Future of Payment is een reeks thematische video-interviews die Emerce aanstaande donderdag publiceert. Voor N Brands vertelt Van Staveren daar hoe de techniek van Loyyo helpt een 1st party datastrategie te voeren.
In fysieke winkels wordt doorgaans met een plastic klantenkaart gewerkt, al dan niet via apps als Stocard. Dat vergt altijd nog een extra handeling in de winkel en vraagt online om een apart proces. Toen onderneemster Nikkie Plessen via Dragons Den in contact kwam met Loyyo bleek ze uiteindelijk een oplossing te hebben voor dat probleem. Dat had ze echter niet direct door.
Van Staveren: “We kunnen alle betalingen samenvoegen. Als iemand in de winkel met pinpas of creditcard naar de kassa gaat, weten wij dankzij Loyyo wie wie is. Er hangt als het ware een token aan die kaart. Zo kunnen we betalingen koppelen aan een account en zie je of iemand deelnemer is aan het spaarprogramma. Als iemand online shopt, kunnen we dat met elkaar verbinden aan de hand van die bankrekening.” Op tokenniveau worden ze gekoppeld aan de klant.
“Je spaart punten en krijgt korting. Het loyaliteitsprogramma bestaat uit verschillende niveaus. We kunnen ook cadeautjes toewijzen aan bepaalde klantgroepen. Dit systeem draait over de hele groep heen.”
Deze nieuwe techniek die betalen en sparen koppelt, wordt momenteel ingevoerd als onderdeel van een platformvernieuwing die groepsbreed plaatsvindt. De migratie geeft het bedrijf een 360 graden-klantbeeld. Vandaag de dag ligt dit soort klantdata over de verschillende formules versnipperd. In juni moet het eerste grote deel van de migratie zijn afgerond.
Van Staveren vertelt in haar interview verder over de relatie tussen loyalty en retouren, gemiddelde orderwaardes van klanten die wel en geen goldmember zijn en hoe de internationale groei plaatsvindt.
*) De videocollectie The Future of Payment is vanaf donderdag gratis te bekijken op Emerce TV.
Hoe cross-border e-commerce uit China uiteindelijk toch een bedreiging wordt
Amazon heeft Chinese verkopers een tijd lang in een wurggreep gehouden, maar het tij lijkt te keren. Chinese e-commercers slaan tussenpartijen richting het westen over en grijpen de macht over het hele cross-borderproces. Dat gebeurt met verleidelijke apps en aanbiedingen aan de voorkant, maar de echte succesfactor zit in de supply chains.
Omdat ik eigenlijk vooral boeken, cd’s en blu-rays op Amazon koop, was het me eigenlijk nooit opgevallen. Maar toen mijn werk tijdens de lockdowns in 2020 grotendeels ‘online ging’ en ik besloot een fatsoenlijke thuisstudio in te richten, merkte ik ineens de vaak bizarre omschrijvingen van ring lights, adapters en andere randapparatuur op. Nader onderzoek wees uit dat de spullen allemaal geleverd werden vanuit Shenzhen, China.
Amazon startte in 2013 met het actief werven van Chinese handelaren voor z’n marktplaats. Tegen 2017 was ongeveer een derde van de internationale verkopen afkomstig uit China. Volgens Marketplace Pulse komt in landen als Spanje en Frankrijk zelfs meer dan de helft van de verkopen uit China. Amazon heeft goede redenen voor zijn interesse in Chinese handelaren: het helpt bij zijn zogenaamde ‘virtuoze cyclus’. Des te meer aanbieders van een bepaald product, des te lager de prijzen, des te meer tevreden consumenten en des te meer traffic.
Gesjoemel
Sommigen Chinese handelaren namen het echter niet zo nauw met Amazon regels. Mede onder druk van kritiek besloot Amazon in 2021 dan ook om drieduizend handelaren van het platform te verbannen wegens gesjoemel met recensies, klantrecensies tegen beloning en zelfs omkoping van Amazons personeel in China. Het was een druppel op de gloeiende plaat van, naar sommige schattingen, meer dan een miljoen Chinese handelaren die actief zijn op Amazon. De oorzaak voor fraude ligt naar verluid overigens deels bij Amazon zelf. Marketplace Pulse stelt dat de kosten voor het verkopen op het platform inmiddels meer dan de helft van de gemiddelde verkoopprijs bedragen. Chinese handelaren beweerden geen winst te kunnen maken als ze de regels niet aan hun laars lapten.
Het verbannen van de drieduizend handelaren sloeg in China zelf in als een bom. Getroffenen raakten zowel hun voorraden in Amazons magazijnen als het geld dat ze nog te goed hadden kwijt. Chinese brancheorganisaties en denktanks begonnen de overheid en ondernemers te adviseren om iets te doen tegen de wurggreep die Amazon had gekregen op Chinese exporten. Waarop de overheid onder andere budget beschikbaar maakte, waarmee ondernemers onafhankelijke websites op konden zetten om hun afhankelijkheid te verlagen.
De Chinese overheid gaf tevens het duidelijke signaal af aan haar binnenlandse e-commercebedrijven dat er een schone taak voor hen lag. De Nationale Ontwikkelings- en Hervormingscommissie schreef eind 2021 in een beleidsstuk dat de platformbedrijven aangemoedigd moeten worden om cross-border e-commerce te ontwikkelen. Ook zouden ze magazijnen in het buitenland op moeten zetten en kleine en middelgrote Chinese bedrijven moeten helpen uit te breiden naar de internationale markt.
Stagnatie
Begrijpelijkerwijs hadden de Chinese internetbedrijven hier wel oren naar. Enerzijds was een aantal van hen in 2021 flink onder vuur komen te liggen voor anti-monopolistische praktijken en wilden ze graag weer in een goed daglicht komen bij de overheid. Anderzijds kampten ze in de thuismarkt met steeds grotere uitdagingen. De enorme groei in nieuwe internetgebruikers en nieuwe online shoppers die de Chinese retailmarkt in de jaren ‘10 had gezien, was grotendeels gestagneerd. Kosten om nieuwe klanten te werven, explodeerden nu internetbedrijven harder moesten vechten om dezelfde klanten.
In eerste instantie namen enkele platforms hun toevlucht in de integratie met offline retail, door middel van ‘new retail’ concepten als Alibaba’s Freshippo, en nieuwe content-gedreven initiatieven als live commerce. Nieuwe marktspelers als Pinduoduo zochten de groei vooral bij consumenten in kleinere steden en op het platteland. Maar al snel werd duidelijk dat ook dat onvoldoende zou zijn om toekomstige groei te garanderen. De economie begon intussen te kwakkelen onder invloed van afnemende consumptie onder China’s zero-covidbeleid, de handelsoorlog met de Verenigde Staten en diverse andere factoren. Het werd overduidelijk dat de toekomstige groei van buiten China zou moeten komen.
AliExpress
Alibaba heeft zichzelf als doel gesteld in 2036 twee miljard klanten te willen bedienen, waarvan het er al een miljard heeft in de thuismarkt. Het bedrijf zag dat doel een stuk minder haalbaar worden toen zijn apps in India werden verbannen als vergelding voor schermutselingen tussen het Chinese en Indiase leger aan hun grens. Na het wegvallen van een markt die in potentie net zo groot is als China moet het bedrijf elders aan de bak.
Alibaba is internationaal al langer actief met Lazada in Zuidoost-Azië (een platform dat het in 2016 kocht van Rocket Internet) en het in 2010 opgerichte AliExpress. Dankzij de prioriteiten in de thuismarkt heeft AliExpress echter nooit de aandacht gekregen die het nodig had om uit te groeien tot een volwaardig internationaal platform. Hoewel het platform tweehonderd landen bedient, zijn de totale verkopen op AliExpress slechts ietsje hoger dan die van Lazada, welke slechts actief is in zeslanden. In 2022 leidde het tot een reorganisatie waarbij Lazada en AliExpress werden samengevoegd. Maar als je alle inkomsten uit internationale retail optelt komt Alibaba tot nog geen vijf miljard euro. Dat is slechts vijf procent van Alibaba’s totale omzet.
Miravia en Trendyol
AliExpress heeft de afgelopen jaren in diverse landen zonder veel succes geprobeerd internationale en lokale merken over te halen om te verkopen op zijn platform. Er was weinig interesse. Dergelijke merken wilden liever niet geassocieerd worden met een platform dat bekend staat om ‘goedkope Chinese rommel’. Alibaba heeft het daarom inmiddels over een andere boeg gegooid. Eind vorig jaar lanceerde het in Spanje – een land waar veel Chinese e-commercespelers prioriteit aan geven – een nieuw platform genaamd Miravia. Dit heeft een hoogwaardiger positionering dan AliExpress en vond inmiddels L’Oreal, Garnier en diverse andere internationale en Spaanse merken bereid op het platform te verkopen. Daarnaast heeft het een online supermarkt waarin merken van Mars Masterfoods en Ariel te vinden zijn.
Ook het Turkse platform Trendyol, waar Alibaba inmiddels bijna volledig eigenaar van is, krijgt een meer prominente rol in de internationale handel. Net als concurrent Shein heeft Alibaba plannen om de productiecapaciteit van Turkse fabrieken te ontsluiten en daarmee de levertijden voor Europa en het Midden-Oosten sterk in te korten. Trendyol opende inmiddels een kantoor in Berlijn en wil in Duitsland in 2025 drie miljard euro omzetten. En heeft plannen voor kantoren in Amsterdam en het Verenigd Koninkrijk. Ondertussen bouwt Cainiao (Alibaba’s logistieke tak, een joint-venture met Chinese logistieke dienstverleners) magazijnen, sorteercentra en pakketkluizen in Europa, Mexico en Brazilië.
Overcapaciteit
Even terug naar China, waar sommige fabrieken intussen kampten met overcapaciteit. Zeker in de kledingsector verplaatsen buitenlandse klanten hun inkopen steeds vaker naar landen als Vietnam, Bangladesh en Cambodja nu de loonkosten in China de afgelopen twintig jaar zijn vervijfvoudigd. Dergelijke fabrieken hebben in hun werk voor internationale merken de afgelopen decennia echter enorme kennis opgebouwd over het produceren van kwalitatief hoogwaardige producten. Een deel van hun overcapaciteit konden ze vullen door op Chinese platforms als Pinduoduo en Alibaba’s Taobao eigen merken of merkloze producten te verkopen tegen dezelfde prijs die ze betaald kregen door buitenlandse inkopers.
Pinduoduo werd enorm succesvol door deze ontwikkeling te koppelen aan group-buying. Ook hield het klanten aan zijn app gekluisterd middels gamificatie; spelletjes waarmee gebruikers microbetalingen en kortingen op aankopen in de app konden verdienen. Om die beloningen te krijgen moeten gebruikers vaak nieuwe gebruikers werven voor de app of meerdere keren per dag inloggen en naar producten kijken. In vergelijking met zijn concurrenten kon Pinduoduo op deze manier relatief goedkoop nieuwe klanten werven en snoepte in een paar jaar tijd maar liefst vijftien procent marktaandeel af van Alibaba.
Temu
Ondanks de economische strubbelingen heeft Pinduoduo het dankzij zijn lage prijzen relatief goed gedaan. Desondanks besloot het bedrijf ongeveer een jaar geleden dat het ook tijd was de grens over te gaan. In september lanceerde het de webshop Temu in de Verenigde Staten en breidde deze in februari uit naar Canada. Het werkt intern inmiddels ook aan tests voor een aantal Europese markten. Spanje lijkt ook voor Temu een volgende halte te gaan worden.
Temu heeft wel een aantal uitdagingen. Hoewel concurrent Shein pas de laatste jaren heel sterk is gaan groeien is het al actief sinds 2011, toen het nog Sheinside heette. In die tijd was het inzetten van influencers nog spotgoedkoop. Vaak hoefde je ze alleen wat gratis artikelen te sturen en maakten ze al een vlog over het merk. Ook het werven van nieuwe klanten via online adverteren was destijds een stuk goedkoper. In 2013 waren de kosten voor klantenwerving ongeveer viereneenhalve dollar, nu zijn die voor Temu meer dan het tienvoudige. Temu mist dus de ‘early mover’-voordelen die Shein had en investeert daarom gigantische bedragen in naamsbekendheid en klantenwerving. Het heeft voor 2023 bijna een miljard euro gereserveerd voor merkpromotie.
In februari behaalde Temu het record als jongste merk dat ooit adverteerde tijdens de Amerikaanse Super Bowl. Een ander record dat Temu brak was het totaalbedrag dat het voor twee commercials van dertig seconden betaalde: veertien miljoen dollar. Alle investeringen lijken echter hun vruchten af te werpen: de Temu-app staat al sinds november in de top van download charts en na minder dan een half jaar is de dagelijkse omzet inmiddels zo’n zeven miljoen dollar. En heeft het inmiddels ook ongeveer zoveel dagelijkse gebruikers als Shein.
Temu rolt langzaamaan ook dezelfde gamificatie uit die in China zo belangrijk waren voor het succes van Pinduoduo. Zo laat Temu net als in China een deel van de marketing tegen relatief lage kosten door gebruikers uitvoeren.
Supply chain
Op het eerste gezicht lijkt Temu misschien een Shein-kloon, maar schijn bedriegt. Shein richt zich vooral op kleding, plus een aantal minder prominente productcategorieën als beauty care, huisdecoratie en dierenspeeltjes. Temu heeft echter bijna dertig verschillende productcategorieën en lijkt daarmee meer op AliExpress of zelfs Amazon. Aan de achterkant lijken Shein en Temu dan weer wel op elkaar. En daar is waar we de echte succesfactor voor zowel Shein als Temu moeten zoeken: in hun supply chains.
Shein is in principe een e-tailer en zet Chinese fabriekjes in om in kleine oplage (honderd tot driehonderd stuks) producten te produceren. Dit betreft Sheins eigen ontwerpen of ontwerpen die door die fabriekjes worden aangedragen in hun rol van ODM (Original Design Manufacturer). De producenten kunnen bij hun eigen inkopen van textiel gebruik maken van Sheins ERP-systeem. Dankzij de enorme volumes heeft Shein bij toeleveranciers van halffabricaten in de keten namelijk scherpe prijzen kunnen bedingen.
Nadat dagelijks gemiddeld tweeduizend ontwerpen beschikbaar komen op de Shein-website bepaalt de populariteit van specifieke producten of het bedrijf nieuwe orders plaatst bij dezelfde fabrikanten. Die verdienden meestal geen cent aan de eerste order. Bij populaire items gaat zo’n fabrikant echter wel verdienen aan dagelijkse nieuwe bestellingen zolang een artikel populair blijft. Shein houdt daarbij de controle op de kwaliteit en stuurt zelfs projectteams naar fabrieken om terugkerende kwaliteitsproblemen op te lossen.
In Brazilië heeft Shein overigens gekozen voor een andere aanpak. Hoge importbelastingen maken cross-border e-commerce daar lastig, dus heeft Shein er een marktplaats voor lokale fabrikanten geopend. Verder breidt het bedrijf zijn internationale logistiek uit om producten dichter bij de klant te krijgen en levertijden te verkorten. Naast eerdergenoemde productie in Turkije leaset het ook een magazijn in Polen en het wil zijn transitmagazijn in Indiana uitbreiden met twee extra Amerikaanse magazijnen.
Bodemprijzen… of toch niet?
|Ook Temu heeft strakke controle op zijn supply chain, maar laat geen producten maken voor een eigen merk. In plaats daarvan maakt het gebruik van meer dan tien miljoen Chinese fabrikanten en handelaren die al actief zijn op zijn Chinese grote broer Pinduoduo. Temu selecteert uit het enorme productaanbod de interessante productcategorieën en de handelaren mogen een verzoek indienen om ook op Temu te mogen verkopen. Na een kwaliteitscontrole door Temu komt het artikel op de website. In tegenstelling tot AliExpress en Amazon is Temu echter geen marktplaats. Het bedrijf bepaalt de selectie en zelfs de verkoopprijs van artikelen en betaalt de fabrikanten een prijs die vergelijkbaar is met de groothandelprijs in China en de prijzen op Pinduoduo. Voor populaire artikelen gaat Temu daarnaast op zoek naar alternatieve fabrieken die het nog goedkoper kunnen leveren.
Zo komt het dat exact hetzelfde product dat je op Amazon of Wal-Mart koopt, de helft zo duur is op Temu maar nog steeds drie tot vier keer zo duur als waar dezelfde handelaar of fabrikant het in China verkoopt op Pinduoduo. En dit is precies wat cross-border e-commerce platforms als Shein en Temu een grotere bedreiging maken dan marktplaatsen als AliExpress, LightinaBox en Banggoods ooit zijn geweest.
Shein en Temu regelen zelf hun inkopen, bewaken de kwaliteit en stellen prijzen vast die ver boven de prijzen in de Chinese markt liggen, maar tegelijkertijd ver onder de prijzen op westerse platforms. Tegelijkertijd worden westerse groot- en detailhandel, of het nu on- of offline is, volledig uitgesloten. Bestellingen worden direct naar de consument verstuurd vanuit de eigen Chinese of internationale magazijnen van deze Chinese spelers. Alleen lokale transitmagazijnen en post- en pakketdiensten profiteren nog een beetje mee.
En het is evenzeer een bedreiging voor westerse merken. Shein is met veertig procent marktaandeel in de VS inmiddels groter dan H&M en Zara samen en er gaan geruchten dat een derde van alle luchtvrachten van China naar de Verenigde Staten inmiddels uit Shein-bestellingen bestaat.
Vallen en opstaan
Niet alle Chinese cross-borderinitiatieven zijn echter een doorslaand succes. Bytedance probeerde met TikTok Shops in het Verenigd Koninkrijk voet aan de grond te krijgen met live commerce. Influencers, merken en het kopend publiek bleken echter niet geïnteresseerd in deze in China zo populaire vorm van e-commerce. Ook leidde een flinke ‘culture clash’ bij TikTok UK’s e-commerceteam tot een leegloop van Brits personeel. Ook de Shein-klonen Dmonstudio, Fanno en Ifyooou die Bytedance in de afgelopen jaren lanceerde, bleken net als Alibaba’s allyLikes missers. Aan de voorkant mochten ze misschien op Shein lijken, aan de achterkant misten ze de efficiënte supply chain.
Maar Bytedance geeft niet op. Het heeft personeel geworven in Spanje, een land dat volgens sommigen meer open zou staan voor live commerce, heeft TikTok Shops gelanceerd in de Verenigde Staten en heeft plannen voor uitbreiding naar Brazilië versneld na Sheins recente activiteiten aldaar.
Shein zelf opende recent een brand shop op Amazon, waarmee de cirkel rond is. Vergelijk je willekeurige producten die Shein op zijn eigen website en in zijn Amazon shop verkoopt, dan wordt echter pijnlijk duidelijk waarom Chinese platforms het mogelijk gaan winnen in de toekomst. Een kleine steekproef wijst uit dat exact hetzelfde Shein-artikel in de Shein shop op Amazon bijna drie keer zo duur is. Opnieuw rekening houdend met het feit dat meer dan de helft van de verkoopwaarde verdwijnt in de zakken van Amazon is dat niet zo vreemd. De vraag is wanneer de consument dit ook inziet en westerse platformen en misschien zelfs merken links laat liggen.
Infographic: de meltdown van Silicon Valley Bank
De problemen van de Silicon Valley Bank (SVB), een belangrijke financier van de techsector, zorgen voor onrust op de financiële markten. De bank kon niet langer aan de verplichtingen voldoen en de federale overheidsdienst FDIC is aangesteld als bewindvoerder. Eind vorig jaar beheerde de SVB ruim 175 miljard dollar aan tegoeden. Het Leidse biotechbedrijf Pharming heeft 45 miljoen dollar (ruim 42 miljoen euro) op een rekening bij de failliet verklaarde SVB staan.
Abonnementsdienst voor Facebook en Instagram
Moederbedrijf Meta heeft vrijdag zijn abonnementsdienst voor Facebook en Instagram gelanceerd, in eerste instantie alleen voor Amerikaanse gebruikers. Abonnees krijgen tegen betaling een blauw vinkje achter hun naam, net als bij Twitter Blue.
De Meta Verified dienst kost 11,99 dollar per maand op internet of 14,99 dollar per maand bij het aanmelden via iOS en Android. Abonnees moet zich identificeren met een officiële identiteitskaart. Vooralsnog is er een wachtlijst.
De dienst die identificatiefraude moet voorkomen was overigens al uitgerold in Australie en Nieuw Zeeland.
Anders dan Twitter Blue lijkt het abonnement verder niets extra’s te bieden.
Ook Snapchat en berichtenapp Telegram hebben soortgelijke diensten gestart.
Europese goedkeuring overname Activision Blizzard uitgesteld
De Europese Commissie zal pas 25 mei zijn goedkeuring uitspreken over de overname van gamebedrijf Activision Blizzard door Microsoft. Eerder zou die goedkeuring er in april komen.
De extra tijd geeft Microsoft meer mogelijkheden om nog contracten te sluiten met afnemers zonder dat Microsoft de Call of Duty-gameplayfranchise hoeft te verkopen.
Deze week heeft Microsoft toegezegd zijn Xbox- en Activision Blizzard-games aan te bieden aan twee streamingbedrijven: Boosteroid en Ubitus. Microsoft zegt dat het een vergelijkbare 10-jarige overeenkomst heeft aangeboden aan Sony, maar die heeft nog niet toegehapt.
Zelfs als de EU de overname goedkeurt, zal Microsoft nog vergaande toezeggingen moeten doen aan de Britse Competition and Markets Authority (CMA) als de Amerikaanse Federal Trade Commission (FTC). Deze week beschuldigde de FTC Microsoft ervan hen niet alle documenten te hebben gegeven waar het bureau om vroeg.
Foto Shutterstock
DEPT opent hub op Barbados
Bureaunetwerk DEPT® breidt haar netwerk van remote hubs verder uit met de lancering van DEPT® Barbados. Deze locatie sluit zich aan bij de bestaande hubs in Macedonië, Kroatië, Uruguay en Argentië.
De opening van de remote hub biedt inwoners van Barbados en de rest van het Caribisch gebied de kans om ervaring op te doen in marketing en tech terwijl ze werken met verschillende grote merken.
Om de opkomst van hybride werkomgevingen te ondersteunen en talent met een diverse sociaal-economische en culturele achtergrond aan te trekken, heeft DEPT® meer dan 400 werknemers in remote hubs over de hele wereld. Dat is 10 procent van het wereldwijde personeelsbestand.
De remote hub in Barbados is opgezet met een sterke sociale impactstrategie; in samenwerking met de regering van Barbados en met steun van premier Mia Mottley investeert DEPT® in deze hub om meer economische kansen te bieden aan een land dat zwaar is getroffen door afnemend toerisme en klimaatverandering.
DEPT® heeft al meerdere fulltime werknemers aangenomen in Barbados en verwacht het team tegen het einde van het jaar te verdrievoudigen.
Het bureaunetwerk heeft inmiddels een team van meer dan 4000+ digitale specialisten verspreid over meer dan 30 kantoren op vijf continenten en werkt voor topmerken als Google, bol.com, Philips, Eneco, Univé verzekeringen, Just Eat Takeaway, Otrium en meer.
Oostenrijk zet privacydeal EU-VS verder op scherp
De Oostenrijkse toezichthouder op privacy verklaart de trackingpixel van Facebook als onwettig. Dat is weer een drempel voor Meta om ongeremd persoonlijke gegevens naar de andere kant van de oceaan te verschepen.
Het volgen van gebruikers van via zogeheten trackingpixels op andere sites dan Facebook zelf mag niet. Het gaat in tegen de Europese privacyregels, vastgelegd in de AVG/GDPR en de Schrems II-uitspraak van het Europese Hof.
Dit bepaalde toezichthouder DSB eerder deze week in Wenen (PDF).
Om dezelfde reden is het gebruik van Google Analytics in zijn huidige binnenkort ook niet meer toegestaan. Google past het meetinstrument daarom aan aan de nieuwe realiteit. Het werkt enkel met first party cookies of helemaal zonder.
De uitspraak volgt op een klacht van burgerrechtenorganisatie nyob van jurist Max Scherms. Noyb wil simpel gezegd dat de persoonsgevens van Europese burgers worden beveiligd tegen Amerikaanse overheids- en inlichtingendiensten. Die moeten niet zomaar heimelijk op de servers van partijen als Google, Facebook en Microsoft kunnen snuffelen in persoonlijke data van burgers. De wet staat hen dat nu wel toe (via de Cloud Act). De uitspraak van het Europese Hof in 2020 geeft nyob gelijk.
Facebook gebruikt daarom nu zogeheten ‘standard contract clauses’ als juridische omweg, maar de Oostenrijkse toezichthouder veegt die constructie van tafel. De profielensite, en tal van andere Amerikaanse techbedrijven, zitten nu in een juridische spagaat. Ze willen wel in Europa opereren, maar mogen dat niet op de manier die ze willen en toepassen.
Noyb concludeert: “Op lange termijn lijken er twee opties te zijn. Ofwel past de VS de basisbescherming voor buitenlanders aan om hun techindustrie te ondersteunen, ofwel zullen Amerikaanse providers buitenlandse gegevens buiten de Verenigde Staten moeten hosten. Het is bekend dat Meta door zijn in de VS gevestigde systeem categorisch niet kan garanderen dat de gegevens van Europese burgers niet worden onderschept door Amerikaanse inlichtingendiensten.”
Europa en Amerika hebben hier vorig jaar een principeakkoord over gesloten, maar de inhoud daarvan is nog niet echt duidelijk. Als er een doorbraak komt, dan is dat er een op politiek niveau waarbij de VS water bij de wijn moeten doen.
Foto: Marcus Rahm (cc)
‘Nationaal en Europees innovatiebeleid beter op elkaar laten aansluiten’
Uit onderzoek op verzoek van minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) en Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) blijkt dat er ruimte is om het nationale en regionale beleid voor onderzoek en innovatie beter te laten aansluiten op het EU-beleid. Bijvoorbeeld door gerichter te kiezen.
Het kabinet heeft de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI) gevraagd om te onderzoeken hoe Nederland optimaal gebruik maken van EU-ondersteuning om het nationale beleid voor wetenschap, technologie en innovatie te versterken.
Het onderzoek is deze week aangeboden door AWTI-voorzitter Eppo Bruins en raadslid Koenraad Debackere aan minister Adriaansens. Voor de zomer voorziet het kabinet dit gevraagde onderzoek van een reactie.
Provincies zijn volgens de AWTI steeds actiever met het lokaal stimuleren van innovatie, terwijl de EU voor een aantal belangrijke maatschappelijke uitdagingen voor de provincies het voortouw probeert te nemen. De AWTI adviseert de provincies dan ook om hun eigen beleid slim te koppelen met de EU-regelingen voor onderzoek en innovatie. Bijvoorbeeld door de regionale EU-middelen die provincies mogen uitgeven aan innovatie zo in te zetten dat ze het overige beleid versterken, en door regio’s te verbinden met andere regio’s in Europa om zo samenwerking in onderzoek en innovatie te bevorderen.
Het is eveneens van belang dat alle betrokken partijen zoals ook het mkb en hogescholen in Nederland goed gebruik kunnen maken van Europese ondersteuning. Zo kan het nieuwe Accelerator instrument van de European Innovation Council, dat gericht is op het mkb, meer Nederlandse mkb’ers betrekken en daarmee ook het einde van de keten van fundamenteel onderzoek naar toepassing en opschaling faciliteren.
Proximus wil telecomprovider Edpnet overnemen
Met een aanzienlijk bod wil Proximus de Belgische internetaanbieder Edpnet opkopen via de rechtbank. De kleine aanbieder heeft enorme schulden.
De telecomoperator moest vorig jaar bescherming vragen tegen schuldeisers, De rechtbank moet nu beslissen over het lot van Edpnet.
Consumentenorganisatie Test Aankoop vreest alvast voor het negatief effect op onze portemonnee, meldt Het Laatste Nieuws.
Edpnet is met 46.000 abonnees voor vast internet en 20.000 mobiele abonnees een kleine speler in de Belgische telecommarkt. Proximus heeft 2,2 miljoen vaste klanten en 4,8 miljoen mobiele abonnees.
Rabobank in gespreid zakelijk betalen met in3
Rabobank lanceert als eerste Nederlandse bank, in samenwerking met betaalmethode in3, een nieuwe online betaaloplossing voor de zakelijke markt: gespreid betalen.
Dat maakten de bedrijven gisteren bekend tijdens een congres over de betaalmarkt. De nieuwe betaalmethode maakt het mogelijk om zakelijke aankopen in drie termijnen te betalen, zonder kosten of rente. In dat laatste, het kostenaspect, onderscheidt In3 zich van andere partijen die uitgesteld betalen als online dienst leveren.
Het verdienmodel ligt volledig bij de verkoper. Die betaalt een commissie per succesvolle transactie. In ruil daarvoor ontvangt de verkoper binnen een aantal dagen gegarandeerd het gehele orderbedrag.
Bij het aangaan van een transactie betaalt de koper direct een derde deel van het orderbedrag af via het vertrouwde iDEAL. Binnen dertig dagen de tweede termijn en binnen zestig dagen de derde termijn. Dat is zo gekozen om, geredeneerd vanuit de consumentenmarkt, rekening te houden met wanneer salarissen worden uitgekeerd.
Met in3 Business kunnen bedrijven zakelijke aankopen van 150 tot dertigduizend euro betalen. De betaaloptie is direct beschikbaar door middel van een betaallink of QR-code.
Een interview met algemeen directeur Hans Langenhuizen van In3 komt volgende week donderdag online op Emerce TV. Het vraaggesprek is onderdeel van de videocollectie The Future of Payment. Dat is een reeks van tien video-interviews. Die zijn gratis te bekijken.
*) Foto door: Firmbee.com op Unsplash
Medeoprichter Emmett Shear weg bij Twitch
Medeoprichter en CEO Emmett Shear verlaat na zestien jaar streamingplatform Twitch. Hij wil meer tijd voor zijn gezin inruimen.
De rol van CE wordt opgevuld door Twitch-president Don Clancy. Twitch is nog op zoek naar een nieuwe president.
Het nieuws volgt kort op het aftreden van YouTube-CEO Susan Wojcicki.
Twitch begon als Justin.tv in 2007 en in 2014 werd het platform overgenomen door Amazon. De hoofdmoot is nog altijd gaming, maar het platform kent ook andere rubrieken.
— Emmett Shear (@eshear) March 16, 2023